Twee literatuurliefhebbers in een getto

zaterdag, maart 12, 2016




De honger knaagde en omdat tegenstribbelen geen effect sorteerde, besloot ik een bezoekje te brengen aan de Kleefse kebabzaak Mesopotamien. Toen ik de deur opende, zag ik tot mijn grote geluk dat het niet druk was. Ik bekeek de klandizie en
concludeerde dat het grotendeels onbekenden waren. Achter de gokkast zat echter iemand die mij niet onbekend voorkwam. Hij was mijn oud-docent Duits. Herr Smidt was een man die als geen ander gepassioneerd over Mann, Goethe en Grass kon vertellen. Omdat ik als Turks buitenbeentje een voorliefde voor literatuur had, waardeerde ik zijn lessen. Herr Smidt was in de loop der jaren veel veranderd. Zijn pretogen hadden plaatsgemaakt voor doffe kijkers. Hij was een futloze grijsaard geworden- die om twee uur ’s middags, met een glas bier in zijn hand, achter een gokautomaat van kebabzaak Mesopotamien resideerde.

Laat ik vooropstellen dat ik een idyllisch beeld zou kunnen schetsen van het decor, maar de waarheid was dat ik me in een treurige tent in een Kleefse gettowijk bevond en aldaar met lede ogen de teloorgang van mijn favoriete oud-docent registreerde. Ik zeeg neer op mijn vaste zitplaats (onder het bord Wer seine Träume verwirklichen will, muss erstmal aufwachen!) en bestelde een broodje dönerkebab mit alles erup und erauf, aber ohne uien. De Koerdische kebabzaakeigenaar riep -eveneens in steenkolenduits- dat hij alles verstanden hat. Hij pakte vervolgens een vleesmes en slijpstaaf en ging onhoorbaar vloekend de ronddraaiende dönerspies te lijf.

Aan de andere kant van de kebabzaak keek herr Smidt nog steeds geconcentreerd naar de rondtollende bananen, kersen en watermeloenen op de gokkast. Ik vroeg me af of hij me zou herkennen. Terwijl ik op mijn broodje wachtte, kreeg ik medelijden met mijn oude literatuurkenner. Het was een troosteloze aanblik om te zien hoe een dijk van een docent was afgegleden naar een gokkastbediener in een Kleefse gettowijk.

Enkele ogenblikken na mijn order wenkte de kebabzaakeigenaar me dat mijn bestelling gereed was. Hij plaatste het tjokvolle broodje op de toog. Ik stond op om het te pakken. Herr Smidt keek om en ik zag dat twee ogen mij aanstaarden. Toen wierp hij zijn blik weer op de gokkast. Nadat ik aanstalten maakte om de kebabzaak te verlaten, draaide herr Smidt zich om en vroeg plotseling: 'Heb jij op het Ulenhof College gezeten?'

Zijn vraag waaruit herkenning klonk, stemde mij gelukkig. Ik antwoordde: 'Ja, en u bent herr Smidt?'

Hij knikte. ‘Ik herinner me dat je vroeger docent Duits wilde worden. Is dat gelukt?', vroeg mijn oud-docent.

Terwijl herr Smidt op mijn antwoord wachtte, nam hij een slok van zijn bier en veegde het schuim van zijn bovenlip. Ik antwoordde dat ik destijds inderdaad twijfelde tussen de lerarenopleiding Duits en Nederlands, maar dat ik tegenwoordig met veel plezier Nederlands doceer.

Toen zag ik de ogen van mijn oud-docent weer stralen zoals ze deden wanneer hij uitvoerig over Mann, Goethe en Grass vertelde.

'Ik hoorde je net je bestelling doorgeven. Je hebt een verstandig besluit genomen', zei hij op vaderlijke toon.

Wellicht vind je ook interessant:

0 reacties